Inrit en uitrit

Lesonderdeel kruispunten met een uitrit

  1. Een kruispunt moet met de nodige voorzichtigheid genaderd worden. Zo kun niet alleen aan de voorrangsverplichting voldoen, maar je kunt dan ook beter reageren wanneer je zelf voorrang hebt maar deze niet krijgt. Kijk dus altijd goed tijdens het naderen van een kruispunt en tijdens het oversteken van een kruispunt en pas je snelheid daarbij aan. Dit is niet alleen belangrijk tijdens het examen, maar vooral voor je eigen veiligheid na het behalen van je rijbewijs.Tijdens het examen verwacht de examinator dat je zelfstandig kunt rijden. Dit houdt in dat je goed kunt bepalen, wanneer je voorrang hebt en vlot mag rijden en wanneer je geen voorrang hebt en voorzichtig moet zijn. Om de vlotte verkeersdoorstroming te bevorderen is het soms beter voorrang te verlenen ondanks je voorrang hebt (Denk aan: iemand die afslaat naar links en er staat een lange rij achter hem). Door veel te rijden krijg je ervaring en leer je de juiste keuzes te maken in het verkeer.
  1. Tijdens het examen verwacht de examinator dat je zelfstandig kunt rijden. Dit houdt in dat je goed kunt bepalen, wanneer je voorrang hebt en vlot mag rijden en wanneer je geen voorrang hebt en voorzichtig moet zijn. Om de vlotte verkeersdoorstroming te bevorderen is het soms beter voorrang te verlenen ondanks je voorrang hebt (Denk aan: iemand die afslaat naar links en er staat een lange rij achter hem). Door veel te rijden krijg je ervaring en leer je de juiste keuzes te maken in het verkeer.
  2. In deze les behandelen we het naderen en oversteken van kruispunten met een uitrit. Het is belangrijk dat je de theorie regels en vooral de voorrangsregels, zoveel mogelijk toepast in het verkeer, want daar toetst de examinator je onder andere op. Bij het verlaten van een uitrit moet je aan het overige verkeer voorrang verlenen.
  3. In de film gaan we een uitrit naderen en afslaan naar links. ( het middenberm is te kort voor de hele auto om veilig voor te sorteren dus mogen wij daar niet staan! Anders blokker je het verkeer.)
  4. Bepaal tijdens het naderen wat je rij route is en welk verkeer je allemaal doorkruist om veilig het kruispunt over te steken. De uitrit in de film doorkruisen we voetgangers van links en van rechts. Fietsers kunnen ook van links en soms van rechts komen. Auto’s van links en van rechts. Daarna kunnen de fietsers en voetgangers nog van voren en van achteren oversteken. Daarom moet je de nacontrole niet vergeten! Dat is voor kijken, binnenspiegel, linkerbuitenspiegel en over je linkerschouder kijken voor het sturen.
  5. Kijk bij gescheiden rijbanen voordat je het kruispunt oversteekt of het midden van het kruispunt voldoende opstelruimte heeft om met je auto daar tussen te passen. In dit geval is de opstelruimte te smal voor de hele auto. Daarom is het in verstandig om het kruispunt in één keer over te steken.
  6. Om het kruispunt veilig in één keer over te steken, moet je naar beide kanten kijken en bepalen na welke voetganger, fietser of auto het vrij is om over te steken. Kijk daarbij beurtelings naar links en rechts. Op het moment dat de linkerkant vrij is en dat het ook na de auto van rechts vrij is, steek je vlot het kruispunt over en ga je linksaf. Probeer in ieder geval op het juiste moment te rijden zonder midden op het kruispunt te hoeven stoppen.
  7. Doordat er vaak hoge heggen, geparkeerde auto’s of huizen staan, is het zicht vaak heel slecht om van afstand goed te bepalen of er voetgangers of fietsers van links en rechts aankomen. Daarom, is het verstandig om je snelheid aan te passen. Bij onoverzichtelijke uitritten adviseren wij vlak voordat je met de voorbanden op de drempel komt je snelheid te verlagen naar 10 km/u en daarna terug te schakelen naar de 1e versnelling. Door rustig een uitrit te naderen schrikken de weggebruikers op de kruisende weg niet, door de lage snelheid heb je meer tijd om naar links en rechts te kijken en daarnaast kun je in de 1e versnelling veel sneller optrekken als het vrij is.
  8. Voor de bestuurders op de kruisende weg is het ook prettiger als je rustig nadert, want zij zien dat je snelheid vermindert en dat je op tijd kunt gaan stoppen.

Na het oversteken van een uitrit ga je vlot naar het maximum snelheid.

Examen tips:

  • Je moet ook rekening houden met de dode hoek (aan de rechter voorkant) waar je niet doorheen kunt kijken. Als je hard rijd en denkt alles gezien te hebben, kun je verrast worden door een auto uit de dode hoek! Hoe kun je voorkomen dat er een auto in je dode hoek zit? Door naar rechts te kijken en je hoofd meer naar rechts en links te draaien kun je om de dode hoek heen kijken en bepalen of er iemand aan komt. Dit geldt niet alleen voor de rechter dode hoek maar ook voor de linker dode hoek.
  • Houd rekening mee dat de bestuurders op de hoofdweg verwachten dat je ze altijd voorrang verleend als je een uitrit verlaat. Ze houden daarbij niet altijd rekening dat je vanuit een uitrit veel slechter zicht hebt. Vaak moet je door het slechte zicht het kruispunt een beetje oprijden om beter zicht te krijgen. Hierbij steek je een klein stukje uit. Stop wel op tijd als er iemand aan komt rijden zodat ze nog om je heen kunnen gaan.
  • Voor de bestuurders op de kruisende weg is het ook prettiger als je rustig nadert, want zij zien dat je snelheid vermindert en op tijd kunt gaan stoppen.
  • In sommige gevallen kun je gebruik maken van de weerspiegeling van de ramen van woningen en geparkeerde auto’s. Je ziet via de ramen of geparkeerde auto’s de weerspiegeling van de auto’s. Die onderweg zijn naar jou toe.
  • Zodra je ziet dat het vrij is aan beide kanten, denk hierbij ook aan de voetgangers aan de overkant van de weg, trek dan wat vlotter op met de auto om zo kort mogelijk op het kruispunt te rijden.
  • Houd ook tijdens het naderen en oversteken van het kruispunt het verkeer van voren, maar ook van achter goed in de gaten. Gebruik voor het verkeer achter: je binnenspiegel, linker-en rechterbuitenspiegels en kijk ook over beide schouders. Het gebeurd vaak genoeg dat fietsers of bromfietser je voorbij willen gaan vlak voordat je wilt gaan optrekken. Zoek dus oogcontact met alle weggebruikers om je heen.
  • Als je moeite hebt met vlot optrekken, oefen dat dan eerst met je rijinstructeur op een rustige plaats. Je moet er niet aan denken dat de motor afslaat midden op het kruispunt terwijl iemand met een hoge snelheid op je af komt!
  • Zorg dat je niet het kruispunt gaat blokkeren, dit is niet goed voor de verkeersdoorstroming.