Voorrangskruispunt en voorrangsweg
Wij hebben de stappen voor het naderen en oversteken van de voorrangskruispunt en voorrangsweg hieronder vermeldt. Ook al schrijven wij in de tekst voorrangsweg je kunt het ook voor de voorrangskruispunt toepassen, omdat je in beide situaties voorrang hebt en toch moet kijken of je veilig kunt oversteken.Op een voorrangskruispunt en voorrangsweg heb je voorrang van iedereen op de kruisende weg tenzij er een zebrapad is, want dan hebben de voetgangers eerst voorrang. Een afbuigende tram op de zelfde voorrangskruispunt of voorrangsweg heeft ook voorrang.


1. Naar voren kijken en binnenspiegel:
Kijk tijdens het naderen van een voorrangsweg naar voren om je rijroute te bepalen. Bepaal hierbij ook wat voor verkeer je doorkruist en wat voor borden er aan de andere kant van de weg staan. Dan weet je alvast aan welke verkeersregels je moet houden. Denk hierbij aan snelheidslimieten. Kijk ook in je binnenspiegel om te bepalen of je veilig kunt stoppen.
2. Naar voren en naar links kijken:
Kijk naar voren om te bepalen of je moet afremmen om afstand te houden of om te stoppen om het kruispunt niet te blokkeren. Als we naar links kijken zien we dat eerst voetgangers kunnen oversteken, daarna de fietsers, auto’s van links en van voren, daarna de tram, de fietsers en voetgangers.
3. Naar voren en naar rechts kijken:
Kijk naar voren om te bepalen of je moet afremmen om afstand te houden of om te stoppen om het kruispunt niet te blokkeren. Als we naar rechts kijken dan kunnen we ook voetgangers, fietsers en de trams verwachten. Daarna kunnen de auto’s van rechts komen, fietsers en voetgangers.
4. Is het kruispunt onoverzichtelijk? Laat dan eerst je gas los, kijk direct in je binnenspiegel voor gevaar achter je en rem geleidelijk af totdat het zicht wel goed is. Houd ook het verkeer tijdens het remmen achter je goed in de gaten. Zolang je het kruispunt niet voorbij bent, blijf je bovenstaande kijkvolgorde herhalen totdat je zeker weet dat je veilig overgestoken hebt.
5. Na het oversteken van elke kruispunt kijk je standaard naar voren, in je binnenspiegel en linker buitenspiegel om te bepalen wie er achter je rijd en of je ingehaald wordt. En juist op dit kruispunt kunnen ze gaan ritsen van de linker rijstrook naar de rechter rijstrook.
6. Vaak denken bestuurders dat ze altijd hard kunnen en mogen rijden op een voorrangsweg. Helaas is dat niet zo, je moet namelijk altijd aan je voorrangsverplichtingen kunnen voldoen. Ook al rij je op een voorrangsweg. Er kan altijd een voorrangsvoertuig aankomen met zwaailichten en sirene waarvoor je veilig zou moet stoppen.

7. Als je op een voorrangsweg rijdt en je ziet VOP (voetgangers oversteek plaats / zebrapad) zonder dat er verkeerslichten zijn die de voorrang regelen, dan hebben de voetgangers ook voorrang.

Pas je snelheid aan als het zicht niet goed is dus rustiger te rijden of indien nodig af te remmen en te stoppen. Vaak geven ze dat aan met een zebrapad bord. Zodra je een dergelijk bord ziet, kan je op zoek gaan naar voetgangers. Indien je een voetganger ziet aankomen lopen in de richting van het zebrapad, rem je geleidelijk af. Houd hierbij ook het verkeer achter je vanuit de binnenspiegel in de gaten. Veel leerlingen zakken tijdens het examen, omdat ze te hard rijden terwijl het zicht slecht is of niet op tijd stoppen om voorrang te verlenen! Kijk ook om je dodehoeken (zie video gelijkwaardigekruispunt waar een voetganger in de dode hoek zat)
8. Mocht je de voetganger te laat zien ga dan niet hard remmen zonder naar achteren gekeken te hebben of het veilig is. Soms is het veiliger om door te rijden ook al is dat niet nietjes naar de voetganger toe. Denk hierbij aan een situatie waarbij de voetganger nog aan de zijkant van de weg voor het zebrapad stil staat en er rijdt iemand te dicht achter je. Probeer wel de volgende keer rustiger te naderen als het zicht slecht is zodat je wel aan je voorrangsverplichtingen kunt voldoen.
9. Ga er niet altijd van uit dat je voorrang krijgt op een voorrangsweg. Vooral bij een afbuigende voorrangsweg vergeten veel bestuurders dat je voorrang hebt.
10. Indien het zicht goed is probeer dan zoveel mogelijk het maximum snelheid aan te houden. Maar mocht je een onoverzichtelijk kruispunt zien, pas dan je snelheid aan zodat je altijd kunt stoppen als dat nodig mocht zijn.
11. Bij het naderen en oversteken van voorrangskruispunt borden gelden dezelfde kijk regels als bij het voorrangswegbord, alleen moet je bij voorrangskruispunt rekening houden dat het bord voor het eerst volgende kruispunt geldt en niet voor de hele weg. Dat houdt in dat je bij het volgende kruispunt misschien voorrang moet verlenen aan de bestuurders van rechts, omdat het een gelijkwaardig kruispunt kan zijn.
12. Het komt ook wel een voor dat je dat voorrangskruispuntbord gemist hebt. Kijk dan naar de kruisende weg of je daar een uitrit, haaientandenborden, haaientanden op het wegdek of een stopbord ziet. Zo kunt je ook eventueel bepalen dat je voorrang hebt.
13. Bekijk tijdens het naderen ook alvast wat voor borden er na het kruispunt staan. Soms moet je kort erna gaan ritsen. Dan kun je ook alvast daarvoor voorbereiden.
14. Ga niet onnodig afremmen als je voorrang hebt en ziet dat de bestuurders van de kruisende weg afremt. Anders kom je tijdens het examen onzeker over.
Extra tips:
Kijk zover mogelijk de straat uit het liefst helemaal tot aan de horizon. Vaak rijden er auto’s voor je. Probeer in dat geval door het achterraam van de auto’s zover mogelijk naar voren te kijken. Mocht dat niet lukken kijk dan ook tussen de auto’s door naar voren.
Probeer zoveel mogelijk mee te rijden met het overige verkeer. Door minimaal naar de 2e of 3e auto voor je te kijken kunt je bepalen of ze vlot rijden en of dat ze gaan remmen.
Ga ook tussen de auto’s door opzoek naar verkeersborden, want als er borden staan dan is er meestal een kruispunt waar je extra op moet letten.
Kijk bij elke kruispunt tijdens het naderen bewust in je binnenspiegel, naar voren, links, weer naar voren en rechts. Bepaal tijdens het kijken wie je allemaal ziet staan en met welke snelheid er iemand aan komt.
Zorg dat je tijdens file niet het kruispunt gaat blokkeren ook al heb je voorrang! Dit is anders niet goed voor de verkeersdoorstroming en je kunt er een boete voor krijgen.
Huiswerk: Vraag aan je rijinstructeur wat een afdekongeval is (afbeelding).
